VIERSEN - De Belgische biljarters zijn van wereldklasse, hebben de wereldkampioen in huis, de nummer één van de wereld en nu ook weer wereldgoud met het landenteam. Voor de derde keer op rij, na 2012 en 2013, won het illustere duo met Frédéric Caudron en Eddy Merckx de finale van het WK in Viersen, nu met Nederland als tegenstander.
De twee Belgische grootmeesters, die alleen in de halve finale een lastig moment hadden, mochten op het podium van de Festhalle voor een batterij van fotografen pronken met de prachtige glazen trofee, geflankeerd door het oranje team met Dick Jaspers en Barry van Beers, de Duitse thuisploeg met Martin Horn en Steffan Galla en de Turken met Tayfun Tasdemir en Tolgahan Kiraz.
Het WK van 2014 gaat de boeken in als het toernooi waarin de Zweedse veel-winnaar in de voorronden al op het Belgische dreamteam stuitte. Zelfs Torbjörn Blomdahl in topvorm kon de uitschakeling niet voorkomen.
Het Belgische kampioensteam rekende daarna in de kwartfinales af met Roland Forthomme en Eddy Leppens, die nota bene vorig jaar de twee wereldtoppers de baas bleven in het eigen kampioenschap. De Turken, die na een zwakke start in de voorronden sterk terugkwamen, konden bijna stunten tegen de Belgen, maar werden verslagen op één carambole.
Nederland baarde vooral opzien met de uitschakeling van twee Koreaanse team, waardoor het land van de honderden fantastische driebanden spelers op de finaledag ontbraken.
Het goud van de Belgen was zowel de verdienste van Frédéric Caudron, die al zijn partijen won en het team de impuls gaf om de stugge tegenstanders op te rollen als van Eddy Merckx, die een fameuze start had en ook daarna zijn grote klasse toonde.
De individuele wereldkampioen, Caudron, imponeerde met winstpartijen in 13, 19, 17 en 28 beurten, voordat hij in de finale de beslissende partij tegen Barry van Beers domineerde met 40-19 in 16 beurten en daarmee goud binnensleepte voor zijn land.
Eddy Merckx had in die finale, tegen Dick Jaspers, een wervelende start met 10-4 in 2 beurten, 19-5 in 4 en 21-8 in 21. Toen pas kon Jaspers iets terugdoen, de score ophalen naar 25-18 en 26-21, maar in die fase konden de Belgen het goud al niet meer ontgaan, omdat Caudron zijn tegenstander via 35-12 (in 14) de genadeslag toediende: 40-19.
Onderweg naar de finale werd Eddy Merckx twee keer verslagen: één keer door Torbjörn Blomdahl met 40-23 in 14, in de halve finale door Tayfun Tasdemir met 40-34 in 18. Maar in de finale stond hij er weer tegen Jaspers en was hij de ideale teamgenoot voor de onweerstaanbare Caudron.
Frédéric Caudron: ,,Het goud van de ploeg is het succes van ons beiden: we mogen niet vergeten dat Eddy tegen de nummers één van de tegenstander speelt. Hij heeft bovendien het beste gemiddelde gespeeld van ons tweeën: Eddy had 2.243 algemeen, ik 2.150.''
Daardoor, zei Frédéric Caudron, kwamen we op 2.195 uit. ,,Dat is een record dat ik niet snel meer verbeterd zie worden. Net als het record van de eerste wedstrijd: Eddy die wint in 9 beurten, ik in 13 beurten, dat maakt 3.636 met ons tweeën.''
De apotheose op de slotdag werd voorafgegaan door twee halve finales die de supporters op de tribunes op het puntje van de stoelen bracht. Het Nederlands team overleefde ternauwernood een aanval van de Duitsers, de Belgen kwamen als winnaar tevoorschijn uit een bloedstollende wedstrijd tegen Turkije.
België-Turkije
Eddy Merckx keek tegen een ruime achterstand aan in zijn duel met Tayfun Tasdemir, maar kon de meubels redden door een prachtige serie van vijftien. Toch was dat nog niet voldoende voor de winst van België.
Frédéric Caudron had niet de beste start tegen Tolgahan Kiraz, had 18 caramboles in 24 beurten en demarreerde toen met series van 14 en 7 om uiteindelijk met 40-33 te winnen.
Tolgahan Kiraz had dus eigenlijk 34 punten nodig om voor de Turken de finaleplaats veilig te stellen. Toen Caudron uitspeelde op 40-30, moest Kiraz drie (of nog beter vier) punten maken uit de nabeurt. Hij miste na twee caramboles, waardoor de Belgen op één punt (!) de finale haalden.
Nederland-Duitsland A
Dick Jaspers domineerde de partij tegen Martin Horn, die op een grote achterstand werd gespeeld, maar uiteindelijk nog goed terugkwam: 40-29 in twintig beurten voor Jaspers.
Steffan Galla had een vlekkeloze start tegen Barry van Beers (26-8 in 12 beurten), in een partij die tot een bizarre ontknoping zou leiden.
Door de uitslag van Jaspers-Horn (40-29) had Barry van Beers 30 punten nodig om Nederland naar de finale te spelen. De tweede man van oranje stond met 38-24 achter, maar zette aan voor een mooie eindsprint, waarin Galla de weg kwijtraakte en de Nederlander finishte met serietjes van drie en twee (38-30).
Het Belgisch team won het WK voor de derde keer na drie tweede plaatsen in het verleden.
Nederland won het toernooi in 1998 en 1999 met Dick Jaspers en Raimond Burgman en werd in totaal zes keer tweede.
De top acht met gemiddeldes:
1 België B, 2.195
2 Nederland, 1.486
3 Duitsland A, 1.412
4 Turkije, 1.314
5 Denemarken, 1.445
6 Korea A, 1.394
7 Duitsland B, 1.172
8 België A, 1.412.
