Tijd voor gemiddelde-limiet in Grand Prix dames

VALENCIA – De Predator Grand Prix driebanden voor dames in Valencia is vrijdag van start gegaan met de beste partij voor de Deense Charlotte Sörensen. De belangrijkste uitdager van Therese Klompenhouwer won van de Nederlandse Pauline Beersma met precies 1 gemiddeld. Therese zelf speelde zelf tegen een ondermaatse tegenstander en maakte een ongeïnspireerde indruk voor haar startpartij. De Predator Grand Prix is een primeur voor de Europese dames, die later in deze zomer nog zo’n toernooi krijgen aangeboden in het Duitse Bottrop.

De start was voorzien voor 24 speelsters, maar de Turkse Arzu Gök, zelf een Predator speelster, kwam niet opdagen. Daardoor moest de toernooileiding experimenteren met één van de zes poules van vier speelsters.

De Europese top is met Therese Klompenhouwer, Charlotte Sörensen, Karina Jetten, Guzin Müjde Karakasli, Steffi Träm en Karina Jetten goed vertegenwoordigd. Ze hebben het genereuze aanbod van de Europese bond en Predator als hoofdsponsor aangenomen om het toernooi als een verrijking op de kalender te spelen. Zelfs zijn er voor het vrouwenbiljarten aantrekkelijke prijzen te winnen: 1500 euro voor de winnaar, 750 voor de nummer twee, 500 en 250 voor de verliezend finalisten. Therese Klompenhouwer toonde zich in de aanloop zeer verheugd en heeft zelfs World Cups en nationale optredens uit haar agenda geschrapt om deze toernooien te kunnen spelen.

De opzet van de organisatie was om de maximale bezetting te krijgen. De Zweedse CEB bestuurster Eva Viding Bussell zei voorafgaand aan de Grand Prix: ,,Het is geweldig dat er zo veel belangstelling voor ons toernooi is, we hebben zelfs deelnemers moeten weigeren.’’ De aanvulling tot een maximaal veld van 24, onder meer met meer dan de geplaatste Nederlandse en Spaanse speelsters, is echter geen doorslaand succes. De Spaanse speelster uit het thuisland, Marina Mezecka, stond tegen Therese Klompenhouwer als een beginneling aan het biljart en haalde 3 caramboles in 40 beurten (25-3), een gemiddelde van 0.075. Dat was haast een belediging voor de wereldkampioene. 

Ook andere speelsters, zoals Susana Riera, Spanje (0.209), Yeimi Mancipe, Spanje (0.260), Monique van Exter, Nederland (0.290) en Jetty Beersma (0.208), Nederland, haalden lang niet het niveau dat voor een internationaal toernooi vereist zou moeten zijn. De supervisor, Viding Bussell, verzekerde dan ook na de eerste speeldag: ,,Ik ga zeker met het bestuur bespreken of we moeten kijken naar een gemiddelde-limiet voor volgend seizoen.’’

De traditionele top bij de dames had een respectabele start van de Grand Prix. De Deense nummer twee van het laatste EK, Charlotte Sörensen, kende geen plankenkoorts op dit podium en versloeg in haar eerste groepswedstrijd de Nederlandse Pauline Beersema met 25-12 in 25 beurten. Karina Jetten (Nederland), Guzin Müjde Karakasli (Turkije) en Danielle Le Bruyn (België) bleven daar niet ver achter met 25 in 31, 31 en 35 beurten.

Alleen Therese Klompenhouwer had een opvallend povere start. Het zwakke optreden van de Spaanse Marina Mezecka was ongetwijfeld een oorzaak dat de wereldkampioene geen flitsende start had. Therese speelt in een poule waarin ook Marianne Mortensen en Helga Mitterböck, twee oude bekenden spelen. Die twee rivalen haalde in hun onderlinge partij het einde niet: 22-15 in 50.

Het tweede part gaf al betere partijen te zien. Mirjam Pruim won in Poule E haar tweede partij na eerst Daisy Werdekker te hebben verslagen met 25-21 in 45. In haar tweede versloeg de Nederlandse de Spaanse Ana Juarez met 25-31 in 31. Karina Jetten is met twee overwinningen in Poule F ook vrijwel zeker van een paats in de volgende ronde. Jetten won van Eckel (25-10 in 31) en in de avondsessie van Riera met 25-8 in 38. In Poule E is nog spanning door de overwinning van Daisy Werdekker tegen Danielle Le Bruyn (20-17 in 50). Katja Titze won in Poule F van Sylvia Eckel met 25-14 in 50.

De Turkse Güzin Mujde Karakasli had een respectabele start