MEDELLIN – Hij keert volgende week terug naar het land waar hij zijn eerste wereldtitel won, in de finale tegen Torbjörn Blomdahl. Nu is Frédéric Caudron veel meer dan in 1999 een gelouterde speler, een absolute wereldtopper met een tweede wereldtitel op zak (gehaald in de super ambiance in de Lotto arena Antwerpen) en als nummer één van de wereld.
Kozoom had een kort interview met de regerend wereldkampioen, in de dagen voor zijn vertrek naar Colombia waar hij volgende week de World Cup in Medellin speelt.
Frits Bakker: Voor het eerst in je carrière, zowel wereldkampioen als nummer één van de wereld. Kun je dat gevoel beschrijven, hoe zalig dat moet zijn?
Frédéric Caudron: ,,Het gevoel is onbeschrijfelijk. Wereldkampioen voor eigen publiek, maar ook, wat belangrijker is voor mij, de eerste plaats op de wereldranglijst...’’
FB: Heb je lang kunnen genieten van die dagen? En was het druk met huldigingen en interviews na het WK?
FC: ,,Niet zo lang kunnen genieten, want twee dagen later was er weer een wedstrijd in de Belgische competitie. Het werd inderdaad druk: interviews, reportages, mails…’’
FB: Hoe vind je dat, al die plichtplegingen? Mag ik een handtekening, Fred, wil je met me op de foto, Fred?
FC: ,,Ik kan er redelijk goed mee omgaan, ik heb geduld en weiger nooit voor een foto of een handtekening.’’
FB: De vorm is daarna op peil gebleven, vorige week in Nederland voor de competitie, deze week Dick Jaspers, je wekt niet de indruk vermoeid te zijn.
FC: De vorm is goed genoeg, maar ik merk wel dat het sporen heeft nagelaten...een bepaalde mentale vermoeidheid na die stress van het WK. En het heeft tijd nodig om het volledig te verwerken.’’
FB: Wat heb je gedaan met de diamanten keu die je hebt gewonnen? Staat ie gewoon thuis, in de kluis? Ga je er ooit mee spelen?
FC: De keu is op een veilige plaats... en ik ga er natuurlijk nooit meespelen, ten eerste omdat die niet goed uitgebalanceerd is en ten tweede is dat een concurrerend merk van Longoni, waar ik nooit iets mee te maken wil hebben vanwege het verleden…’’
FB: Wat doet een wereldtitel nog met een speler die al zo veel overwinningen op zijn palmares heeft?
FC: ,,Het is niet mijn eerste wereldtitel, ook niet mijn eerste toernooi. Je leert snel dat je niet op je lauweren moet rusten, want er komen snel andere toernooien.’’
FB: Toen jij je eerste wereldtitel won, in Bogota, ook Colombia dus, hoe was de sfeer daar?
FC: ,,Ook in Colombia was er verrassend veel publiek (voor het eerst had ik een zaal gezien met bijna 2000 mensen). De sfeer was ook zeer bijzonder, want het publiek reageert veel meer dan in Europa.’’
FB: Wat herinner je je nog het meest van dat toernooi? Hoe was het einde voor jou? Wie heb je verslagen in de halve finale en de finale. Wat weet je nog van die partijen?
FC: ,,Ik weet nog wel dat ik zo ziek was, een hele week maagproblemen. Ik versloeg toen spelers die beter waren dan ik. Sang Lee in de kwartfinale, Jaspers in de halve en Blomdahl in de finale. Ik kwam moeizaam tot in de finale, en Blomdahl had nog geen enkele set verloren, dus hij was zeker de grote favoriet. Maar toen ik de eerste set won, dacht ik: er kan niets gebeuren, ik ben de enige die een set van Blomdahl heeft kunnen winnen, mijn wedstrijd was al geslaagd. En zeker na afloop :-)’’
FB: En als je terugkijkt op de sfeer na afloop.
FC: ,,Na afloop was de sfeer uitzonderlijk, ik werd zelfs herkend door een taxichauffeur onderweg naar de luchthaven. ’Hé, jou zag ik op TV!’ Heel leuk was dat!’’
