LA BAULE - Kijk in de zaal van de World Cup in La Baule op de laatste kwalificatiedag en het zijn de Koreanen en de Vietnamezen die het beeld bepalen. De Kim's spelen tegen de Kim's, de Tran's tegen de Ma's, de Heo's tegen de Choi's. De Franse inbreng, met velen aan de start verschenen, komt alleen nog van de arbiters. De Europeanen zijn vrijwel alleen van Turks of Spaans bloed in deze dagen van het laatste oordeel. Boven in de barruimte, die uitkijkt over de arena, wordt vooral veel Koreaans, Vietnamees en Japans gesproken, met hooguit een verdwaalde Spanjaard, Turk of Belg die wat meepraat in de coulissen.
Voor de laatste schifting voor het hoofdtoernooi melden zich 36 spelers van wie er maar 15 Europeaan zijn. Dat is nog niet zo lang geleden wel eens heel anders geweest. ,,We zijn de boot niet aan het missen, we zijn hem al kwijt'', zegt de Belg Kurt Ceulemans, speaker bij de World Cup in La Baule, over een maand ook op het WK in Bordeaux en het meest bekend als zoon van het fenomeen Raymond Ceulemans. ,,Het is niet alleen in de zaal zelf dat we veel Aziaten tegenkomen, ook achter de schermen. We zullen waarachtig nog Koreaans moeten leren om nog mee te praten over biljarten.''
Torbjörn Blomdahl, de huidige wereldkampioen, voert ook een heel ander aspect aan. De Nederlanders, Belgen, Duitsers en een paar andere Europese landen hebben teamcompetities. De sponsors kiezen ervoor om teams te sponsoren, niet individuele sporters. Dat is een gemiste kans voor de spelers om met sponsorgeld naar de World Cups te reizen. De Koreanen, de Turken, de Vietnamezen hebben geen teamcompetities. Die kunnen alleen op hoog niveau spelen en geld verdienen in de World Cups. Als ze thuisblijven, kunnen ze niet biljarten.''
Het ziet er, zo voorziet Kurt Ceulemans, somber uit voor de Europeanen deze dagen, maar in werkelijkheid valt het nog mee. Vandaag is het voor de Koreanen en de Vietnamezen, morgen, bij de start van het hoofdtoernooi, wordt het allemaal weer normaal. Dan komt de wereldtop (de Caudrons, de Blomdahls, de Merckxen, de Jaspersen, de Bury's) de zaal in en tellen de Europeanen weer mee in de hoogste rangen. Voor hoe lang nog? Kurt Ceulemans: ,,Tien, twintig jaar, dan moeten we het helemaal uit handen geven als er niets verandert.'' Torbjörn Blomdahl werpt er tegenin: ,,Ik kijk niet zo ver in de toekomst en ik bekijk het ook meer mondiaal. Ik denk niet zo Europees, meer als een wereldburger. Dan staat het biljarten er niet zo slecht voor.''
De kwalificaties in de World Cups, zoals deze dagen in het Franse La Baule, versomberen het beeld, omdat vooral Koreanen en Vietnamezen nog bereid zijn om ver te reizen, veel te betalen en voorronden voor een World Cup te spelen. Kurt Ceulemans: ,,De meeste Europeanen zeggen: ik ga geen duizend euro betalen om een World Cup in Korea of ergens anders in de wereld te spelen en na een dag weer naar huis te mogen. Je reist de wereld af voor twee partijtjes verliezen in acht beurten.'' Daardoor zijn spelers als Martin Horn, Jef Philipoom, Dave Christiani, Jérôme Barbeillon, Michael Nilsson, Tonny Carlsen, Glenn Hofman, Raimond Burgman, Frans van Kuyk, Dion Nelin, Peter Ceulemans, Jean van Erp, Jose Maria Mas, Brian Knudsen, Francis Forton en nog veel anderen niet (meer) geïnteresseerd in World Cups spelen.
De Turken doen het gelukkig nog wel, de Spanjaarden ook, een paar eenlingen, zoals Eddy Leppens, Christian Rudolph, Jean Paul de Bruijn, Therese Klompenhouwer, Dustin Jäschke en twee handenvol biljarttoeristen en idealisten. Zo langzamerhand wordt het een uitstervend ras in Europa. ,,We zijn niet meegegaan met de professionalisering en betalen er nu de tol voor'', verklaart Kurt Ceulemans de neergang.
,,De Koreanen en Vietnamezen worden betaald door hun federatie of ze hebben een grote sponsor achter zich'', vervolgt Ceulemans zijn betoog. ,,Biljarten is één van de belangrijkste sporten in die landen. Ze gaan er zakelijk en organisatorisch veel beter mee om dan wij hebben gedaan. Wij Belgen en Nederlanders hebben ook jarenlang die weelde gekend, maar we hebben er niets mee gedaan. De bonden, met de Belgen voorop, hebben er zelf van meegeprofiteerd, maar veel te weinig aan de spelers gedacht. Biljarten heeft het als profsport in deze landen niet gehaald. De sponsors werden niet gevonden, het publiek bleef weg en de biljarters bleven amateurs. Zie nu maar eens wat er in de zaal loopt: Caudron, Merckx, Zanetti, Leppens en andere Europese topspelers met sponsorjassen van Kimchi. Ze hebben de grote sponsors ver van huis gevonden.''
Torbjörn Blomdahl, biljarten is een individuele sport, geen teamsport
Torbjörn Blomdahl: ,,Ik blijf zeggen dat biljarten een individuele sport is, geen teamsport, zoals voetbal, volleybal en basketbal. Wij spelen de bal niet naar elkaar toe, het is een puur individuele sport. Tennis en schaken speel je ook niet met een team. Maar goed, in de Europese toplanden zijn de competities belangrijk geworden. Wij kunnen er geld verdienen, maar voor hetzelfde geld hadden die sponsors hun geld aan spelers gegeven om er World Cups en andere internationale toernooien mee te spelen.''
Het is zeker een belangrijke reden en werkt ook door naar de opleiding en belangstelling van jonge spelers. De doorbraak van jonge Europese talenten stagneert al een paar jaar. Twee, drie jonge spelers in Spanje, Frankrijk, of Turkije..., daar zullen we het voorlopig mee moeten doen. Kurt Ceulemans: ,,Daar staan er honderd tegenover uit Zuid Korea, dus die overmacht lijkt alleen maar groter te worden.'' Jonge Koreanen zien door de ontwikkelingen toekomst in hun sport. Myung Woo Cho, de achttienjarige belofte, maakt er geen geheim van dat hij acht, tien uur per dag aan de trainingstafel staat.
,,Ik heb grote bewondering voor de paar eenlingen, die zich nog tussen dat geweld mengen'', zegt Ceulemans, die zijn ogen in de World Cup van La Baule goed de kost geeft. ,,Jérémy Bury is ongelooflijk wat die heeft gedaan. Die wint eerst in New York en daarna ook nog in het hol van de leeuw in Korea. Dat is straf, dat dat nog kan. Daar moet je veel karakter voor hebben. Zo zijn er jammer genoeg te weinig. Therese Klompenhouwer is ook razend knap wat zij hier heeft laten zien. Twee wedstrijden, 1.300, gewoon goed gespeeld.''
Toch, denkt Kurt Ceulemans vooruit, zal Frédéric Caudron zondag gewoon weer op het hoogste podium staan, of Dick Jaspers, of Eddy Merckx. ,,Dat vinden we maar normaal, maar dat is het niet meer. We mogen blij zijn dat die spelers de Koreanen nog kunnen kloppen en dat de overname van de macht nog even gaat duren. Want we zien het elke dag: internationaal gezien hebben we de boot al lang gemist.''
Vier Koreaanse World Cup toppers: Myung Woo Cho, Sung-Won Choi, Jung Han Heo en Choong Bok Lee
Vier Vietnamese topspelers: Anh Vu Duong, Quyet Chien Tran, Xuan Cuong Ma en Quoc Nguyen Nguyen
Volle tribunes bij de World Cup in La Baule