Alle Biljart

Driebanden was nog nooit zo fascinerend

05-12-2011

Gepubliceerd door frits bakker

thumbnail
© © Kozoom foto
Torbjörn Blomdahl: ,,Ik hoop niet dat wij het slachtoffer worden van de vernieuwingen.''

HURGHADA – Zijn eerste wereldtitel behaalde hij in Caïro, op 5 april 1987. Dit weekend keert hij terug naar het land waar hij zijn eerste grote succes behaalde: Torbjörn Blomdahl, die volgend jaar vijftig wordt, is nog altijd een onbetwiste topspeler in het driebanden. De Zweed is zelfs de leider in de stand voor de World Cup voor Frédéric Caudron en Dani Sánchez.

De World Cup van Hurghada heeft hij meegemaakt vanaf de start, tien jaar geleden. Hij won er een finale tegen Martin Horn en verloor twee finales: tegen Marco Zanetti en Jef Philipoom.

Torbjörn Blomdahl is niet terug van weggeweest, zo benadrukt hij zelf. Hij is nooit verdwenen uit de top van het driebanden. ,,Ik heb niet zo veel meer gewonnen de laatste jaren, de World Cup cyclus won ik voor het laatst in 2007. Dick Jaspers en Frédéric Caudron zijn beter geworden dan ik, technisch beter, ze raken de ballen beter, hebben een beter tempo-gevoel en ze spelen hogere moyennes. Mijn topniveau lag rond 2000, denk ik, toen ik hele competities bijna twee moyenne kon spelen. Maar er komt altijd weer een einde aan zo’n tijdperk, dat zie je terug in alle sporten. Er komt ook een tijd dat Usen Bolt niet meer harder kan, wij hadden in Zweden een pistoolschutter, Ragnar Skanaker, die altijd maar bleef winnen, op alle Olympische spelen, tot de dag kwam dat hij werd verslagen.’’

Het afscheid als topspeler is niettemin nog lang niet in zicht. Torbjörn Blomdahl won dit jaar de World Cup in Suwon en speelde in Wenen de finale tegen Frédéric Caudron. De Zweed is daardoor de leider en grootste kanshebber om de overall World Cup te winnen. In Hurghada wordt dit weekend de laatste gespeeld.

,,Het wordt een strijd tussen Frédéric Caudron, mij en misschien ook nog wel Dani Sánchez. Ik zit in hetzelfde schema als Caudron, dat betekent voor mij dat ik hem moet verslaan in de halve finale. Als we allebei zo ver komen, als hij mij verslaat in de halve finale en het toernooi wint, dan wordt Caudron de eindwinnaar. Ik weet dus wat ik moet doen: de finale halen.’’

De Zweed oogt weer ongeschonden, nadat hij op 10 november in Backnang een zware ingreep aan zijn gebit heeft ondergaan. ,,Als een kleine jongen heb ik een ongeluk gehad met de fiets, waardoor ik één van mijn voortanden ben kwijtgeraakt. Ik had een vaste prothese, waarop twee tanden waren gezet. Die hebben ze nu verwijderd, maar ze moesten eerst met een operatie van het tandvlees bot wegnemen op een andere plaats om een basis te vormen, waarop straks het implantaat kan worden aangebracht. Ik heb nu een voorlopige prothese gekregen, in februari kijken ze of het bot goed is vastgegroeid. Daarna brengen ze het implantaat in.’’

Twee dagen was het gezicht niet om aan te zien, vertelt hij. ,,Ik heb meer dan een week mijn baard laten staan, omdat mijn kaak groen en geel was. Ik had 25 hechtingen in mijn mond. En als ik moest niezen, leek het alsof ik een open botbreuk had. Maar ik heb er vertrouwen in dat het weer goedkomt. We hebben een beroemde kliniek in Backnang waar mensen van ver naartoe komen voor dit soort ingrepen.’’

Torbjörn Blomdahl is dus klaar voor zijn laatste kunstje van dit jaar. Hij is gretig, ambitieus, strijdvaardig en heeft zich vooral prettig gevoeld nadat hij met het kampioensteam in Nederland de beslissing had genomen om niet meer deel te nemen aan de competitie.

,,Het reizen begon steeds zwaarder te wegen, elke zondag maar op en neer rijden voor een wedstrijd. Ik heb het vaak gehad dat ik na tien kilometer rijden al bijna in slaap viel. Dat heb ik geen dag gemist: er is een last van me afgevallen nadat we ons hadden teruggetrokken. De enige kans dat we nog terugkeren, is dat de sponsor van Van Donge en De Roo beslist om met dit team, dus met Dick, Martin, Jean en ik, terug te komen, maar voorlopig is daar nog geen sprake van. Ik heb verder nog niet één aanbieding gekregen.’’

,,Ik vind het ook niet erg, want biljarten ís geen teamsport. Het is een puur individuele sport. Ik wil het liefst tien of vijftien toernooien spelen in een jaar. Het team-gedoe was noodzakelijk om geld mee te verdienen. Ik speel in Frankrijk bij Laxou, omdat ik het een leuke competitie en een leuk team vind, met jonge spelers, met wie we samen trainen, Martin Horn en ik. En ik speel in Duitsland en in Porto, omdat het me niet te veel tijd kost. Ik kijk soms naar de uitslagen van de Nederlandse competitie, maar verder heb ik het veel beter naar mijn zin nu. We hebben net een rondje door Nederland gemaakt voor het Kika kinderfonds, dat zesduizend euro heeft opgebracht. Ik vond het super om dat te doen. Maar terugkeren met het team in deze samenstelling, zal niet gebeuren. Ik weet al dat de KNBB gaat zeggen dat we 22 zondagen moeten biljarten en dat er geen vrije dag is om bij Agipi of andere toernooien te spelen.’’

Het driebanden zelf gaat nooit vervelen bij Torbjörn Blomdahl, ook al speelt hij zijn hele leven aan de top. ,,Ik ben er bijna elke dag mee bezig en ik kan het nog altijd opbrengen om vijf uur per dag te trainen. Ik voel me meer profbiljarter als ik urenlang kan trainen in plaats van drie dagen onderweg te zijn om een competitiewedstrijd te spelen. Thuis loop ik na te denken over posities, over stoten, ik loop naar het biljart en ga trainen. Het is zo’n mooie sport, dat het nooit gaat vervelen.’’

Als hij dit weekend winnaar wordt van de World Cup, zal hij de overwinning niet voor niets hebben gekregen. ,,Ik heb geen gunstige lotingen gehad dit jaar. Twee keer tegen Jaspers, twee keer tegen Kang, één van de beste Koreanen dit jaar, twee keer tegen Cho, tegen Merckx, tegen Caudron. Maar eigenlijk zijn er in een World Cup geen gemakkelijke tegenstanders meer. Het is zo anders geworden dan bijvoorbeeld vijf, tien jaar geleden. De Koreanen zijn gekomen, Jérémy Bury is veel beter, Filipos Kasidokostas, de Belgen zijn collectief veel sterker geworden. En de Zuid-Amerikanen, zoals Robinson Morales en Julian Morales zijn ook gevaarlijk, dat hebben we in de World Cup in Wenen gezien.’’

Het driebanden is veranderd, veel beter geworden en fascinerender geworden. ,,Tien jaar geleden ging ik niet echt kijken naar een partij, nu vind ik het prachtig om twee topspelers tegen elkaar te zien spelen. Het is tactisch veel anders geworden, ik zie niet direct meer nieuwe oplossingen, zoals we van Semih Sayginer zagen, maar wel een andere manier van uitvoeren. De Koreanen schieten de kleine stoten soms heel hard, er wordt gespeeld in een ander tempo dan wat we jaren hebben gedaan. Ik wil er mee zeggen: dezelfde stoten worden op verschillende manieren gespeeld. Dat is fascinerend om naar te kijken.’’

Daarmee komt hij op de aanpassing van de regels die de internationale bonden willen doorvoeren. Blomdahl is een groot voorstander van naar vijftig punten spelen, zoals alle topspelers. Het mag ook setjes van vijftien zijn, naar drie gewonnen sets, maar zeker niet naar kortere partijlengtes. ,,Het is slecht voor de sport en voor de spelers.’’

,,Als ik naar snooker kijk, daar is het systeem, hoe belangrijker, hoe dichter naar de beslissing, hoe langer de partijen worden. Het zou toch slecht zijn als wij beslissen om de partijen zo kort mogelijk te maken. Zoals het nu is, staat de beste speler na een toernooi bovenaan, alle toernooien worden gewonnen door topspelers. De kwaliteit moet op het podium staan, niet een toevals-winnaar. Ik hoop niet dat wij het slachtoffer worden van de vernieuwingen.’’

Commentaren

loading
© 1998-2025 Kozoom Group - All rights reserved