Logonieuwstvcommunitystore

Game IconDriebanden

De Verhoeven Open 2019 in twaalf namen

18-08-2019

Gepubliceerd door bert van manen

commentlinktwitterfacebook
thumbnail
© © Kozoom

Voor je het weet kijken we alweer naar de Istanbul Survival, en zijn we in afwachting van de LG+ Cup, de World Cup in Veghel en het wereldkampioenschap in Randers. Over een week of wat is de Verhoeven Open 2019 niet meer dan een herinnering. Ik was in New York vorige week, en heb weer prachtig driebanden kunnen kijken. Het leek aanvankelijk een tikje teleurstellend veld te zijn: de meeste sterke Koreanen waren er niet, de Vietnamezen zegden af en er waren maar een paar Zuid-Amerikanen. Maar de spelers die er wel waren, trokken zich daar niets van aan en er ging geen dag voorbij zonder een aantal verbazingwekkende uitslagen. Hier zijn wat indrukken die ik heb verzameld, aan de hand van twaalf spelersnamen. Ik hoop dat de andere 90 deelnemers (sommigen van hen speelden een puik toernooi) het me niet kwalijk nemen.  

Khalil Diab. Misschien zeggen sommigen wel: "Nooit van gehoord". Toch is Khalil niet de eerste de beste. Hij speelde in zijn jongere jaren het WK 47/2 (voor Egypte) en woont nu al jaren in Californië. Hij groeide uit tot een heel creatieve driebandenspeler en werd een aantal keren vijfde en zesde op het Amerikaans kampioenschap. Nu is hij 84 jaar oud, en op die rijpe leeftijd wist hij Dion Nelin nog partij te geven: 34-35! Een compliment voor deze aimabele veteraan.   

Dan Johansen. Ook een stamgast in het Carom Café, altijd temidden van een groep goedgehumeurde Denen. Dan lacht graag, hij is een ondernemer en biljarten is zijn passie. Als speler blijft hij meestal onder de magische grens van 1.000, maar als sponsor is hij een van de besten. Niet iedereen kan het opbrengen om te bieden in de traditionele veiling tijdens de Verhoeven, die te winnen en vervolgens een ANDERE speler terug te zetten in het toernooi. We moeten zuinig zijn op mannen als Dan de Deen.   

Raymon Groot. Onze jonge landgenoot woont nu in New York, en hij werkt soms in het Carom Café. Dit toernooi ging het een beetje op en neer voor hem, maar hij had toch meer sterke partijen dan zwakke. Vijfde in zijn groep, winstpartijen tegen kwartfinalist Seo en top-10 speler Sidhom, een 35 in 18, een 35 in 16: Raymon is nog altijd in de groei.  

Gerhard Kostistansky. De geroutineerde Oostenrijker was een beetje uit beeld, hij had een paar seizoenen lang weinig aansprekende resultaten. Dit toernooi ging het beter: hij stond geconcentreerd aan tafel en hij heeft nog altijd die machtige afstoot. Vierde in de groep en een moyenne van 1.370: Gerhard heeft het weer op de rails.   

Harry Pena. In de "Sayginer" groep A eindigden drie spelers op een totaal van 7/2, dus zeven keer winst en twee keer verlies: Myung Woo Cho, William Oh en Harry Pena. Cho haalde de kwartfinales op moyenne. Maar tjonge jonge, wat speelde die ex-Colombiaan Harry Pena goed! Hij is voor de duvel niet bang, speelt snel, intuïtief. Het is ook nog leuk om naar te kijken, ondanks zijn ongepolijste techniek. Pena en Blomdahl waren de enige spelers die van Sayginer wisten te winnen.     

Markus Dömer. De Duitse bandstoter / driebander maakte er geen geheim van dat zijn reisje naar New York een cadeau "over het graf" was, van zijn onlangs overleden vader. Dömer senior kon trots zijn op zijn zoon, want Markus speelde een goed toernooi. Hij won zowaar van Dani Sánchez, eindigde vierde in zijn groep met 6/3 en een algemeen moyenne van 1.240. Gute Leistung! 

Dion Nelin.  De meest getalenteerde Deen ooit, zo mogen we Dion wel noemen. Hij vindt driebanden nog altijd meer een hobby dan een beroep, geloof het of niet. Dat weerhoudt hem er niet van om zo nu en dan eens 25 punten te maken in drie beurten, zoals deze week in New York. Als Nelin het gevoel heeft, dan ziet driebanden er ineens zo simpel uit...   

Myung Woo Cho. Een toekomstige wereldkampioen, vraagteken? Hij is pas 21, maar hij kan eigenlijk alles al. Duizenden trainingsuren heeft ie gemaakt, en hij zal ongetwijfeld goed begeleid zijn. Daar komt bij dat het natuurtalent hem uit z'n oren druipt. MWC had in New York een 35 in 9, een 35 in 7 en een handvol punten waarvan bij menigeen de mond wijd openviel. Semih had al z'n ervaring nodig om deze knul af te stoppen: hij versloeg hem tot twee keer toe. Maar Cho's toernooimoyenne van 1.975 mocht er zijn. Een toekomstige werelkampioen, uitroepteken!    

Dani Sánchez. Speelde Dani een matig toernooi? Nee hoor, hij was geplaatst en haalde keurig de laatste vier. In de halve finale werd hij overreden door een Belgische goederentrein op volle snelheid. Niks tegen te beginnen. Maar ik heb wel de indruk dat de Spanjaard niet helemaal goed in zijn vel zit. Hij is zowel speler als zakenman en sponsor, een moeilijke cocktail. De UMB / PBA situatie heeft hem meer hoofdpijn bezorgd dan de meeste anderen.  

Semih Sayginer. De carrière van de Turk lijkt wel een nieuw thema te krijgen: hij wint bijna. In zijn recente comeback jaren heeft hij al een imposant aantal halve finales en finales gehaald, maar nog steeds geen grote prijs gewonnen. Het is overduidelijk dat hij er (opnieuw) de speelsterkte voor heeft: hij is mentaal sterker, evenwichtiger en heeft nog altijd die formidabele controle over de speelbal. Ik vind dat hij het verdient, om weer eens een "major" te winnen.   

Torbjörn Blomdahl. De Zweed zakte weg uit de beschermde top-14 na een paar moeilijke jaren met medisch malheur. Blankenberge leek de ommekeer: hij won daar van Jaspers en haalde de halve finale. In New York ging het een stapje verder: hij speelde de finale. We weten allemaal hoe dat afliep. Maar het is goed om hem weer gezond en optimistisch te zien, en met een toernooimoyenne van 1.8 is niks mis. Schrijf hem niet af: Blomdahl kan nog altijd van iedereen winnen.  

Eddy Merckx. Dr. Jekyll speelde eigenlijk niet zo best, in de groepsfase. Hij won wel al zijn partijen, maar soms ging het moeizaam en 1.607 was niet slecht maar ook niet uitmuntend. We kennen Jekyll zo langzamerhand: hij ploegt gewoon voort en alleen de winst telt. Zo won hij ook zijn kwartfinale tegen Forthomme: 40-29 in 27. En toen kwam Mr. Hyde opdagen, voor de halve finale. Sánchez maakte 11 punten in de eerste twee beurten, maar dat maakte geen indruk. Hyde had maar negen beurten nodig voor 40 punten: 4.444. Dat voelde goed, dus hij deed het eens dunnetjes over in de finale: 40 in 10, met een slotserie van 18. Dr. Jekyll hebben we niet meer gezien.   

Merckx is een raadselachtige man. Zijn moyenne over een heel seizoen is beduidend lager dan dat van de twee beste spelers ter wereld, Jaspers en Caudron. Op papier zou hij tegen die twee 58/42 in het nadeel zijn. Maar in een finale zie ik het als een dubbeltje op z'n kant, gelijke kansen. Merckx heeft 11 World Cup finales gespeeld en er 10 gewonnen! Hij heeft een onwaarschijnlijk talent om te pieken op het juiste moment, om de topmoyennes te produceren op de laatste dag van een toernooi. Zelden hebben we een serie gezien waar meer wilskracht van uitging dan die 18 van vorige week. Was de partijlengte 50 geweest, dan had ie er waarschijnlijk 28 gemaakt. Want Merckx kan soms gewoon niet meer missen.   

 

Commentaren